Eenzaam

Verhaal Info
Femme fatale.
15.8k woorden
4.82
14.1k
1
1
Deel dit Verhaal

Lettertypegrootte

Standaard Lettergrootte

Lettertypeafstand

Standaard Lettertypeafstand

Lettertype Gezicht

Standaard Lettertype

Thema Lezen

Standaardthema (Wit)
Je moet Inloggen of Aanmelden om uw aanpassingen in uw Literotica-profiel op te slaan.
PUBLIEKE BÈTA

Opmerking: u kunt de lettergrootte en het lettertype wijzigen en de donkere modus inschakelen door op het pictogramtabblad "A" in de Story Info Box te klikken.

Je kunt tijdelijk terugschakelen naar een Classic Literotica® ervaring tijdens onze lopende openbare bètatests. Overweeg om feedback te geven over problemen die u ervaart of om verbeteringen voor te stellen.

Klik hier

6 augustus 2017

aangepaste versie: wat kleine foutjes hersteld

Nou goed, op veler verzoek weer eens langzamer verhaal met een opbouw, verhaallijn, de hele bende.

Ik hoop dat ik de mensen die een beetje overstuur waren van Boekenclub en Complex tegemoet kom met dit verhaal. Let wel, het gaat traag, heel traag

;^P

Veel plezier, hoop ik :^o

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Blok voor blok stapelde hij de wintervoorraad houtblokken op tegen de muur van het kleine huisje. Zijn adem vormde wolkjes damp in de koude winterlucht. Hij draaide zich om en keek naar de laadbak van zijn pick-up. Nog wel een paar uur werk verzuchtte hij inwendig.

Hij tuurde naar de lucht boven zich, slechts een klein stukje hemel was te zien, omringd door de donkere silhouetten van de hoge sparren, het werd al schemerig. Na nog een paar blokken trok hij het zeil over de laadbak en liep nog een rondje rond het huisje voor hij de deur achter zich dichttrok.

Het was een klein huisje, gemaakt van keien en boomstammen, een oud berghutje, omgebouwd tot woning. Eenvoudig, maar van alle gemakken voorzien, een aggregaat zorgde voor de stroom en de rest deed hij op hout.

Het werd bijna winter en hij was al weken bezig zijn voorraden aan te vullen. De winters waren lang in Oregon, lang, koud en eenzaam. Dit zou zijn vijfde jaar worden hier. Vijf jaar in eenzaamheid, teruggetrokken.

Toen hij het huisje had gekocht een jaar of 6 terug was het een bouwval, maar in een jaar tijd had hij het met hulp van wat plaatselijke aannemers omgetoverd tot een kleine maar complete woning. De verkoop van zijn bedrijf had voldoende opgeleverd om hier de rest van zijn leven teruggetrokken te kunnen leven.

De keuken was eenvoudig, maar ruim, voorzien van een houtfornuis en een ruim aanrecht. In de keuken was ook de toegang naar de voorraadkelder die onder het huisje was gebouwd. Het was een ruime bergruimte die altijd koel was.

Achter het huisje lag in de nieuw gebouwde garage een grote bovengrondse tank met brandstof voor het aggregaat. Hier stond ook zijn sneeuwscooter en zijn 4x4 pickup. In principe kon je in dit huisje 6 maanden afgesneden zijn van de buitenwereld, geen overbodige luxe in dit deel van Oregon.

"Ah toe pappa nog één verhaaltje"

Vertederd keek hij in het kleine smoeltje, haar ondeugende grijns, haar missende voortanden, alles bij elkaar voldoende om hem rond haar vinger te wikkelen, in haar kleine handjes was hij als was.

Grinnikend sloeg hij het boek weer open.

"Ok, nog ééntje dan, maar daarna ga je echt slapen" zei hij gespeeld streng

"Ja pappa... natuurlijk" giechelde ze terwijl ze tegen hem aan kroop in haar Winnie de Pooh pyjama.

Grinnikend begon hij aan het volgende avontuur van Prinses Flatulentia en de zeven winden.

Toen het verhaal uit was keek hij naast zich naar het slapende aapje. Voorzichtig trok hij haar deken tot haar kin en kuste haar zacht.

"Welterusten prinses" fluisterde hij zacht voor hij het lampje naast haar bedje uit klikte en stilletjes de deur achter zich dicht trok.

Zorgvuldig klopte hij de modder van zijn laarzen voor hij het kleine huisje binnenstapte. De aangename warmte omvatte zijn door kou gegeselde gezicht. Tintelingen verspreiden zich over zijn lijf terwijl hij zijn dikke jas aan de kapstok hing.

Geduldig wachtte hij bij het houtgestookte fornuis tot zijn water kookte. Zijn ogen volgden het ingenieuze afvoerkanaal dat elke kamer doorkruiste en zijn warmte afgaf voor de giftige rook hoog boven het dak van het hutje geloosd werd. Alles in dit huisje was gericht op efficiëntie, de grote haard in de kamer kwam uit op hetzelfde kanaal, en naast het verwarmen van de kamers verwarmde het ook het water dat was opgeslagen in een grote tank onder het huisje.

Er lagen er twee, één met warm water, dat gedurende de zomermaanden op temperatuur werd gebracht door de zon en tijdens de winter door de twee fornuizen. En een koudwatertank die tijdens de winter gevuld werd met ijskoud water. Samen met het vernuftige buizenstelsel door de muren zorgden de twee buffers voor een constant klimaat, koel in de zomer, warm in de winter.

Terwijl hij zijn handen warmde aan de dampende kop thee keek hij naar de kleine vlammetjes in de grote haard van de woonkamer. Een enorme gietijzeren haard, ingemetseld in de muur, grote ruwe keien en zware donkerbruine balken.

In gedachten verzonken verstreken de uren.

"pak me dan als je kan" klonk haar hoge zangerige stem.

Grinnikend deed hij net of hij moeite had om haar bij te houden. Giebelend rende ze voor hem uit in haar Winnie de Poeh kamerjasje.

De capuchon in de vorm van het hoofd van Winnie hobbelde hulpeloos op haar rug mee met haar speelse draf. Het geluid van haar kleine blote voetjes op de plavuizen en haar gegiebel vulden de woonkamer.

"Hebbes!"

Giechelend gaf ze zich over terwijl hij zachtjes in haar zij prikte. "Stop pappa... hihi stop"

"Smeek om genade"

"Genade pappa...straks plas ik weer in mijn broek" giechelde ze hysterisch

Grinnikend liet hij haar gaan.

"Pak me dan als je kan" giechelde ze meteen weer.

Grinnikend zette hij weer de achtervolging in.

Een laatste rondje door de woning, hij deed dit elke avond, zichzelf verzekerend dat alles was afgesloten, klaar voor de nacht. Nog één blik naar buiten, diep in de donkere nacht, het bos, gevat in de duisternis van de aankomende winter. Met een druk op de knop liet hij de mechanische luiken naar beneden rollen, duisternis.

De woonkamer nog slechts verlicht door het smeulende haardvuur, lange schaduwen, flikkerend in het langzaam dovende licht, hielp hem zijn weg te vinden naar de slaapkamer, één van de twee die dit kleine huisje rijk was. Met een zucht liet hij zich achterover in de zachte kussens vallen en weldra gaf hij zich over aan de zachte, liefdevolle, omhelzing van Morpheus, genadige vergetelheid.

***

De ochtend brak aan en een tijdje lag hij op zijn rug, hij keek naar het plafond van zware balken, naar het grote raam dat uitzicht bood op de grijze hemel, de wolken die traag voortbewogen hoog boven hem. Vanmiddag de laatste rit naar het stadje, als het weer het toeliet, maar eerst het hout nog.

Zuchtend rekte hij zich uit en begaf hij zich naar de kleine maar luxe badkamer. Terwijl hij zijn kleren op de wasmachine legde keek hij even naar zichzelf in de spiegel, slaperig wreef hij over zijn gezicht, over zijn grijzige baard. Hij glimlachte even "ouwe" mompelde hij en bewapend met zijn tandenborstel stapte hij in de douchecabine die grensde aan het luxe hoekbad.

Na een korte douche, een eenvoudig ontbijt en de rest van zijn vaste ochtendritueel vond hij zichzelf weer buiten, houtblokken stapelend in de ochtendschemer. Het was koud, maar rustig weer, windstil, perfect voor de laatste tocht.

Na een paar uur pakte hij de laatste houtblokken en bekeek tevreden de wintervoorraad, voldoende voor meer dan anderhalf jaar constateerde hij tevreden, de beste raad is immers voorraad grinnikte hij in zichzelf.

Zwijgend duwde hij de grote kar voor zich uit in de enorme supermarkt van het kleine stadje. Het was de derde ronde, zijn laadbak was bijna overvol, maar voor de zekerheid liep hij nog een rondje en vulde hij zijn kar met verschillende lang houdbare producten. Gedroogd vlees, ingeblikte groenten, linzen, erwten, maïs, rijst... de hele bende.

Grijnzend liep hij naar de rekken met lekkernijen en glimlachend vulde hij de rest van zijn kar af met verschillende zakken chips en chocola, een mens mag soms genieten nietwaar?

"ah toe pappa... mag ik die?"

Glimlachend keek hij in het apensmoeltje voor hem in het kinderzitje van de winkelwagen die hij voortduwde door de supermarkt. Ze wees met haar mollige armpje naar een prinsessen boek, een kleurboek met een klein cadeautje tegen de kaft geplakt, een diadeempje en make-up.

"Ben je dan de rest van de dag lief? Ook tegen mamma?"

Ze knikte enthousiast "ja pappa, ik zal de allerliefste zijn, ah toe?"

Met een glimlach bekeek hij het boekje "5 euro... man man" met een glimlach gooide hij het boekje bij de boodschappen. Een brede stralende glimlach als beloning.

Terwijl hij de laatste spullen in zijn wagen laadde keek hij op zijn horloge, tegen de avond zou de laatste keer de tankwagen komen om diesel te leveren voor het aggregaat. Hij had nog alle tijd.

Tijd zat om nog even de post op te halen en een kop koffie bij zijn vaste tent. Terwijl hij aan zijn vaste tafeltje bij het raam zat hield hij zijn wagen in de gaten.

"Wat mag het zijn, vreemdeling?"

Glimlachend keek hij in het vrolijke gezicht van Pam, een dame op leeftijd, volle boezem, blonde krullen. Grappend zei hij altijd dat ze net Dolly Parton leek, altijd beloond met een zachte tik tegen zijn schouder en een flirterige knipoog terwijl ze haar boezem vooruit duwde.

"Koffie en een flink stuk appeltaart, Dolly" grinnikte hij.

"Oh come on, voor jullie Europeanen lijkt elke blonde Amerikaanse op Dolly" grijnsde ze

Hij schudde zijn hoofd "nee niet elke blonde, Pam"

Ze knipoogde en lachte ondeugend "nee, ze moeten minstens twee punten van overeenkomst hebben zeker" en trots duwde ze haar boezem vooruit

"Uhu... goed gezien, Dolly"

"Hmm.... ik kan je zeker niet verleiden om met me mee te gaan vanavond?" grijnsde ze terwijl ze overdreven lang gebukt bezig was met het herschikken van de paar servetjes en de vaatjes zout en peper, hem opzettelijk een blik gunnend op haar twee overeenkomsten met Dolly Parton.

Hij schudde zijn hoofd "nee vandaag niet, schoonheid"

Ze grijnsde "oh, charmeur" en heupwiegend liep ze weg, nog één keer knipogend achterom kijkend.

"Alstublieft, vreemdeling" grijnsde ze terwijl ze een overdreven grote punt zelfgemaakte appeltaart voor zijn neus zette en een kop dampende koffie "extra sterke koffie, Hollands recept, speciaal voor mijn favoriete vreemdeling" zei ze zangerig.

Even legde hij zijn hand op de hare "dank je Pam, altijd weer een genot om van je gastvrijheid te genieten"

Ze bloosde "oh, jij, stop het" grinnikte ze.

"kijk pappa"

Samenzweerderig kroop ze bij hem op schoot. De keuken rook heerlijk naar verse appeltaart. Ze opende haar handje en toonde hem een stuk deeg. "Gestolen van mamma, wil je ook?" fluisterde ze geheimzinnig.

Hij grinnikte "je mag niet stelen he, nu moet ik de politie bellen" zei hij gewichtig, terwijl hij zijn telefoon openklapte en deed alsof hij een nummer toetste op het kleine toetsenbord.

Geschokt keek ze hem aan "nee pappa... niet doen!" klonk ze angstig "ik kreeg het van mamma".

Hij grinnikte en kuste haar zacht "eet maar lekker zelf op, aap"

Ze giechelde en hield een stukje voor zijn mond, warm en plakkerig door haar handjes.

"Hmmmm heerlijk" grijnsde hij terwijl hij het zoete deeg in zijn mond stak. Ze keek met een brede lach naar boven "ik hou van je pappie" fluisterde ze.

Zacht streelde hij haar bruine volle haar "ik van jou, prinses"

Voldaan rekende hij af, blozend nam ze de fooi aan "jeetje vreemdeling... jij bent altijd erg genereus"

Hij grinnikte "flirten werpt altijd zijn vruchten af, schoonheid"

Pam bloosde en stopte de briefjes tussen haar volle boezem "je komt echt niet met me mee vanavond?"

Hij schudde zijn hoofd "nee schoonheid, ik ga mijn voorraden aanvullen, ben bijna klaar voor de winter"

Pam knikte "net op tijd, ik hoorde dat het aankomende week al los gaat"

Hij knikte ook "ik heb het gehoord, waarschijnlijk zie je me pas weer in de lente"

"Tot dan vreemdeling, pas goed op jezelf, het kan eenzaam worden in de bergen"

Hij knikte "dat is wat ik hier zoek he..."

Pam grinnikte "zo zonde, zo'n mooie man... wat doe je ons eenzame vrouwen toch aan, kom me warm houden deze winter" flirtte ze.

Hij schoot in de lach "misschien volgende winter Dolly"

Gespeeld bedroefd groette ze hem terwijl hij het kleine café verliet. Het gerinkel van de bel als laatste groet voor hij in zijn auto kroop en zijn zelfverkozen eenzaamheid opzocht.

***

Hij was ruim op tijd terug en halverwege met het uitladen van zijn laadbak toen hij in de verte de tankwagen aan hoorde komen.

Hij hielp de dikke chauffeur met het uitrollen van de slangen en terwijl de tank gevuld werd stonden ze samen bij zijn wagen.

"Het gaat een lange winter worden" sprak de chauffeur in zijn onvervalste Amerikaans

Hij knikte "ja daar ziet het wel naar uit"

De chauffeur keek om zich heen, naar het huisje en de loods "Kom je hier weg in geval van nood?"

Hij knikte en wees naar de sneeuwscooter "altijd"

De chauffeur knikte "je hebt het goed voor elkaar, voor een Europeaan dan"

Hij schoot in de lach "het is mijn zesde winter hier en mijn twaalfde buiten Europa, ik ben meer Amerikaan dan Europeaan."

De chauffeur schoot in de lach "eens een vreemdeling, altijd een vreemdeling" en hij sloeg hem vriendelijk op zijn schouder.

Hij lachte mee en schudde zijn hoofd. Na nog wat gepraat over niets klonk het signaal dat de tank gevuld was en hij rekende af, inclusief een ruime fooi voor zijn moeite helemaal hierheen te rijden.

Hij wenste hem een goede winter, de chauffeur knikte terwijl hij in zijn cabine klom en tikte tegen zijn pet "zie je later"

Hij knikte "later"

Zwijgend maakte hij haast met het vullen van de voorraadkelder, en het legen van de laadbak, de avond viel al bijna in en hij wilde alles binnen hebben. Na een uurtje keek hij tevreden rond in de kelder, stukken gedroogde ham en rund hingen aan haken voor de rij rekken, gevuld met levensmiddelen. Tegen de andere wand 4 grote diepvrieskisten, gevuld met verse levensmiddelen.

Nog één keer controleerde hij of hij alles had, nog maar één kans rekende hij uit voor hij vast zat hier, een half jaar minimaal. Tevreden constateerde hij dat er genoeg was voor twee winters, en als het tegen zat drie, als hij zuinig zou doen. hij klikte het licht uit en sloot de deur.

Voldaan keek hij in het haardvuur terwijl hij een flink stuk brood at en door zijn koffie roerde. De stilte was overweldigend hier soms, zoals nu, windstil, slechts de geluiden van het diepe woud dat hem omgaf, kilometers diepe oerbossen, millennia oud, tegen bergen ouder dan het continent. Peinzend dacht hij terug, aan alles wat hij miste.

Natuurlijk zag hij het aankomen, zijn vrouw werd steeds afstandelijker, steeds vaker was ze weg als hij thuiskwam. Steeds vaker belde ze of hij Linda kon ophalen van de opvang omdat ze wéér moest overwerken.

Toch sloeg het in als een bom, die avond toen hij thuiskwam in een leeg huis. De brief op de keukentafel, dat ze weg was, dat Linda weg was, dat hij haar nooit meer zou zien.

Natuurlijk deed hij aangifte, en natuurlijk dwong een rechter haar tot een omgangsregeling.

Hij zag zijn Linda echter nooit meer.

Wat hij wel zag was een gorilla van een vent, brede armen, tatoeages, zelfs in zijn nek en gezicht, zijn vuist zag hij nooit aankomen, dagen later werd hij wakker, aan slangen en in het gips.

Een laatste waarschuwing, hij zou Linda nooit meer zien.

Dat jaar vertrok hij uit Nederland, een poging alles te vergeten, zijn prinses te vergeten, zinloos natuurlijk, hij zou haar nooit meer vergeten, zijn kleine lieve meisje.

Twaalf lange jaren, dertien deze winter, eenzaam, zelfverkozen. Het eerste jaar richtte hij een bedrijfje op, software voor embedded systemen, een niche, een toevalstreffer. Na een jaar of vier werd hij benaderd, zijn bedrijf werd overgekocht, voor een ruime prijs. Hij aanvaardde het bod en was een zeer rijk man.

Emotioneel bankroet, maar financieel voor de rest van zijn leven binnen.

Het was dat jaar waarin hij besloot zich te vestigen in dit onherbergzame gebied, afgesloten in een zelfverkozen isolatie, ver weg van mensen. Overtuigd dat alleen pijn iets was dat ze hem boden, te beschadigd om zich ooit nog open te stellen voor een mens, nooit meer deze pijn, nooit meer.

Na het vaste avondritueel kroop hij vermoeid in zijn bed, even staarde hij nog naar de houten balken van het plafond en het grote raam dat uitzicht bood op de diepte van het heelal, het lint die de melkweg vormde, kleine diamantjes, flonkerend in de koude onverschillige duisternis, voor de slaap hem verwelkomde en hem deed vergeten wat er ontbrak in zijn leven.

***

Die ochtend liep hij bewapend met zijn hengel naar de woeste beek die vlakbij zijn huis het woud doorkruiste. Een natuurlijk meertje met grote keien, omringd door metershoge sparren.

In stilte wierp hij zijn hengel uit en genoot van de frisse ochtendlucht. Een klein figuurtje op een gigantische kei, bedekt met mos en varens. De vochtige dauw als glinsterende edelsteentjes, smaragdgroen.

Als het weer het toestond zat hij hier vaak, zijn eigen eten verzamelend voor de komende dagen, verse zalm. De vruchten van het bos als het seizoen juist was. Genietend van de steile ruwe rotswanden die zich ver boven hem uitstrekten, de stilte en de rust van zijn zelfverkozen eenzaamheid.

Het liep al tegen de middag toen hij, voorzien van een aantal grote vissen de terugtocht aanvaardde, langs smalle paadjes en dichte varenbedden. Metershoge bemoste bomen, eeuwenoude wezens, getuigen van de geschiedenis van dit oeroude landschap.

Terwijl hij in zijn keuken bezig was de vissen te bewerken, één voor vanavond, de rest in de diepvries voor later, hoorde hij het geluid van een auto. Het viel hem meteen op, de stilte was hier zo immens dat elke afwijking meteen opviel. Het geluid van de auto kwam steeds dichterbij, hij vroeg zich af wie hier wat zocht, er lag niets na zijn huisje wat bezoekers kon trekken, zijn huisje was het einde van de beschaving.

Terwijl hij zijn handen afveegde trok hij zijn sneeuwlaarzen aan en gooide zijn jas om, voorzichtig liep hij achterom, zijn hand op zijn geweer dat over zijn schouder hing, in dit deel van de wereld kon je niet voorzichtig genoeg zijn bij onverwacht bezoek.

Hij stelde zich verdekt op achter de enorme rots die een deel van de westelijke muur van het hutje vormde en bekeek de oude wagen die langzaam zijn hutje naderde. Hij schudde zijn hoofd, welke idioot rijdt met zo'n wagen in deze tijd van het jaar hier rond? Het was vragen om problemen, een stille dood in de vrieskou, de kleine gladde banden diep begraven in de gladde modder, kansloos, verloren.

Aandachtig keek hij hoe de auto stil hield voor zijn huisje, naar de kleine gestalte die ineengedoken uitstapte en naar zijn voordeur liep.

Geruisloos naderde hij het figuur en legde zijn geweer aan, met een droge klik laadde hij de kamer, een patroon vond zijn plek terwijl hij de loop in de rug van het kleine gestalte duwde.

"wat moet je?" vroeg hij terwijl hij zacht porde met de loop van zijn geweer

Een schok trok door de kleine gestalte en met de handen omhoog draaide het zich om, het was een meisje, een vrouw, jong. Ze keek hem angstig aan, haar grote bruine ogen wijd opengesperd van angst.

"Pappa?" fluisterde ze zacht, woorden gevat in wolkjes condens.

Zijn ogen vernauwden zich tot spleetjes, aandachtig keek hij naar het gezichtje voor hem terwijl hij langzaam zijn geweer liet zakken en de veiligheidspal overhaalde.

"Linda?" vroeg hij zacht

Ze knikte en deed haar capuchon af, een wolkje gecondenseerde lucht ontsnapte van haar lippen en ze keek hem aan "pappa..." zei ze weer, een fluistering in de stilte van het woud.

Momenten keken beide figuren elkaar sprakeloos aan, warmte vulde zijn ziel, lang gekoesterd verlangen werd eindelijk afgelost en hij strekte zijn armen. Bijna direct stortte het kleine figuur zich in zijn armen en zonder woorden stonden ze dicht tegen elkaar aan, omringd door de stilte van het woud.

***

Bibberend stond ze in zijn woonkamer en keek rond zich heen, ze glimlachte naar hem toen hij haar een kop thee gaf en gebaarde naar zijn bank "ga zitten Linda, ik heb je zo gemist" fluisterde hij terwijl hij haar tengere gestalte in zich opnam "je bent groot geworden" sprak hij zacht.