Zwermvogels

Verhaal Info
Zusje is wanhopig om haar broer.
6.3k woorden
4.77
8k
1
3
Deel dit Verhaal

Lettertypegrootte

Standaard Lettergrootte

Lettertypeafstand

Standaard Lettertypeafstand

Lettertype Gezicht

Standaard Lettertype

Thema Lezen

Standaardthema (Wit)
Je moet Inloggen of Aanmelden om uw aanpassingen in uw Literotica-profiel op te slaan.
PUBLIEKE BÈTA

Opmerking: u kunt de lettergrootte en het lettertype wijzigen en de donkere modus inschakelen door op het pictogramtabblad "A" in de Story Info Box te klikken.

Je kunt tijdelijk terugschakelen naar een Classic Literotica® ervaring tijdens onze lopende openbare bètatests. Overweeg om feedback te geven over problemen die u ervaart of om verbeteringen voor te stellen.

Klik hier

Dit keer een korter verhaal, het verhaal zat deels in mijn hoofd, maar uiteindelijk liepen dingen toch anders. Ik hoop dat iemand het leuk vindt om te lezen. Veel plezier :)

--------------------------------------

"Brave hond" ik aaide Buck terwijl hij vrolijk rondjes rond me heen sprong. We liepen richting de weilanden waar de knotwilgen langs de slootkanten weer begonnen uit te lopen. Op de schaduwplekken lag nog wat sneeuw van afgelopen nacht, maar het waterige zonnetje nam snel in sterkte toe en voor de middag zou alles weg zijn.

Ik volgde de wolkjes die mijn gecondenseerde adem vormden bij het uitademen. Ik gooide de stok zo ver ik kon en Buck rende uitgelaten achter de stok aan. Boven mijn hoofd keerde een zwerm trekvogels terug na een lange winter in verre oorden. Ik volgde ze met mijn ogen. Wonderlijk hoe zo'n zwerm werkt bedacht ik me, het zijn maar een paar wiskundige regels waaraan ieder individu zich moet conformeren, en toch zo sierlijk.

Ik liep richting de boerderij van Herman, een oude boer uit de buurt, hij verkocht zijn eieren voor een goede prijs en ze waren veel lekkerder dan die van de supermarkt. Ik liep langs het slootje richting het groepje wilgen aan het einde. Buck sprong enthousiast naast me en duwde steeds zijn stok in mijn hand. Ik gaf toe en gooide lachend zijn stok richting de wilgen. Buck rende door de flarden laaghangende mist, stukken gras en modder spatten op door zijn lompe draf, ik schoot in de lach.

***

Herman zat voor zijn huis, een verfrommeld sjekkie tussen zijn vergeelde vingers. Hij groette me terwijl ik het erf op liep, "goedemorgen Floor, lekker aan de wandel?" Buck sprong enthousiast rond Herman en kreeg zijn beloning. Herman had altijd een zakje brokjes in zijn jas en gooide er een paar voor zijn voeten. Buck begon meteen druk te snuffelen en at dankbaar elk brokje op. Hij had zijn zin en rolde zich op een tevreden rolletje bij de voeten van Herman.

Ik ging naast Herman op het bankje zitten. We keken zwijgend over de weilanden, Herman stak zijn sjekkie opnieuw aan en nam een diepe hijs. Terwijl hij uitblies keek hij naar me "Het wordt een mooie dag". Ik knikte en plukte een grashalm. Ik rolde hem tussen mijn vingers "Het is heerlijk fris, en de vogels keren alweer terug, het is bijna lente". Het was een heerlijke rust, de geur van tabak en de frisse lentelucht, de boerderijgeuren.

Vele zomers waren mijn broer Thomas en ik hier kind aan huis, we hadden gespeeld in de balen hooi en we hadden Herman geholpen met kleine klusjes. We kregen altijd een heitje zoals hij dat noemde, een oud woord voor een beloning. Toen we ouder werden hadden we een aantal zomervakanties een bijbaantje gehad hier, stallen uitmesten, koeien en varkens voeren. Achteraf gezien veel te goed betaald voor wat we deden maar ik denk dat Herman onze aanwezigheid gezellig vond.

Herman was altijd alleen geweest en pas toen we ouder werden hadden onze ouders verteld dat zijn vrouw en zoon jaren geleden waren verongelukt. Ineens begrepen we de melancholie die altijd over Herman heen hing. Die dag was ik samen met Buck naar Herman gelopen en ik had net als nu zwijgend naast hem gezeten. Sindsdien liep ik elke week wel een aantal keer langs, ik mocht hem graag.

***

"Hoe gaat het met Thomas?" hij vroeg het achteloos, maar ik wist hoe graag hij hem mocht. Waarschijnlijk deed hij hem aan zijn zoon denken. "Prima, hij moet nog een half jaar en dan is hij afgestudeerd". Thomas studeerde iets technisch in Delft en woonde al 4 jaar op kamers, ik miste hem ontzettend ondanks dat hij vaak belde en soms langskwam.

Herman knikte "Goed zo, En jij?". Ik keek even voor me uit, ik zat in het laatste jaar van het vwo maar ik had geen idee wat ik wilde met mijn leven en eigenlijk sloeg de angst me rond het hart als ik aan de toekomst dacht. "Gaat wel... laatste jaar vwo..." ik volgde een groepje vogels in de lucht en keek weer zwijgend over de weilanden. Herman piekte het stompje van zijn sjekkie over het erf en begon een nieuwe te rollen.

"Wil je wat drinken?" hij vroeg het zonder te kijken, hij likte langs het vloeitje en rolde zijn sjekkie dicht.

"Ja graag"

Herman lachte "mooi, pak voor mij maar een glas melk dan" en hij lachte zijn raspende rokerslach.

Ik schoot ook in de lach "Lekkere gastheer ben je" en ik stond op. De keuken van Herman was eeuwen oud leek het wel, alles in bruine tinten en ongelofelijk rommelig. Het was wel schoon, dat moest ik hem nageven, maar hemel wat een troep. Ik pakte twee glazen en schonk melk in. Ik gaf hem een glas en ging weer naast hem zitten.

***

"Kijk daar" fluisterde Herman en hij wees richting de oude eendenkooi "vosjes". Ik moest even kijken en toen zag ik ze. "Mooie beesten" zei ik en ik nam een slok van mijn melk.

"Schoonheid zit in elk facet van de schepping, de grootsheid zit in elke druppel modder, de splinter in je vinger, de wolken en de sterren" zei Herman en ik keek hem aan. Hij had gelijk, deze ochtend was perfect, de pracht van de complexe eenvoud. Even vergat ik mijn angst voor de toekomst en het gemis van Thomas. "Je bent een goede vriend" fluisterde ik. Herman keek me even aan en gaf me een glimlach terwijl hij een haal nam van zijn sjekkie, de tip gloeide op "Jij ook Floor".

We zaten nog even en toen stond ik op "ik wilde graag wat eieren kopen, kan ik er tien rapen?" Herman knikte "Ik leg het geld op de keukentafel" zei ik terwijl ik de kippenren in liep. "Floor, gooi gelijk even een hand voer voor de kippen"

Ik opende de ton met voer en schepte een portie granen, ik strooide het uit en de kippen begonnen meteen druk te pikken. Ik raapte mijn eieren en liep de keuken in om het geld neer te leggen. Ik liep nog even langs Herman en gaf hem een kus op zijn wang "later Herman". Hij keek verrast "Later Floor, pas goed op jezelf". Ik weet niet waarom ik een kus gaf, dat had ik nog nooit gedaan, maar op de een of andere manier voelde het goed om het te doen. In gedachte verzonken liep ik terug naar huis, Buck zoals gewoonlijk enthousiast rond me heen springend.

***

Mijn moeder stond in de keuken "hoi Floor, heb je eieren gehaald bij Herman?" ik zette ze bij haar op het aanrecht en gooide mijn jas over de stoel "Ja, het is prachtig weer vandaag mam". Ik ging even aan de keukentafel zitten en keek naar mijn moeder. Ze was bezig met het eten voor vanavond. "Je bent al vroeg bezig met het eten mam, krijgen we bezoek?" Mijn moeder draaide zich om "Ja, je broer belde, hij komt eten en hij heeft een mededeling" Ik trok mijn wenkbrauwen op "oh gezellig, zei hij wat?" mijn moeder schudde haar hoofd.

Ik stond op en liep naar de kamer, ik zette de tv aan en ging lui op de bank liggen, Buck bij mijn voeten, zijn hoofd op mijn benen. Ik lag zo een tijdje toen ik de auto van mijn broer hoorde. Buck sprong op en begon als een malle voor de voordeur te springen. Ik opende de deur en keek hoe mijn broer zijn oude Mazda parkeerde. Er zat iemand naast hem... een meisje... Mijn hart sloeg drie slagen over, ik voelde een traan die ik met kracht wegslikte. Gek kind, tuurlijk heeft hij iemand...

Ik had altijd een zwak gehad voor Thomas, hij was 4 jaar ouder en hij was al zo lang ik wist de liefde van mijn leven. Als klein meisje droomde ik altijd dat ik met hem zou trouwen en dat zei ik ook altijd als mensen mij vroegen of ik op iemand verliefd was, ik zou gaan trouwen met Thomas.

Naarmate ik ouder werd begreep ik dat dat niet zou gaan gebeuren en werd mijn liefde heimelijk, wanhopig. Ik probeerde elke glimp van hem op te vangen, ik hield met elke vezel in mijn lijf van hem. Toen hij uit huis ging en op kamers ging brak mijn hart, ik hoopte dat het over zou gaan, maar het ging niet over, mijn verliefdheid niet, het gemis ook niet.

***

Melanie heette ze, en ik zou graag zeggen dat het een loeder was, maar dat was ze niet, het was een heel lief en slim meisje en Thomas en Melanie waren verliefd, Thomas vertelde ons dat ze van plan waren te gaan trouwen na hun afstuderen. Ik deed mijn best om blij voor ze te zijn.

Melanie was heel knap en had alles wat ik niet heb, ze was lang, had een prachtig figuur met volle borsten en blond krullend haar, haar mooie gezicht complimenterend. Al was Thomas niet mijn broer, hij zou nooit voor mij kunnen vallen, ik ben klein, tenger, heb bijna geen borsten en heb bruin stijl haar. Mensen zeggen dat ik een knap gezicht heb, maar ik heb het nooit gezien, ik ben saai... een nerd.

Tijdens het eten probeerde ik een normaal gesprek met haar te hebben en ik denk dat het lukte want niemand merkte dat mijn hart in duizend stukjes zwart glas op de bodem van mijn maag lag. Ik had weinig honger en excuseerde me nog voor het dessert. Mijn moeder vroeg wat er was en ik had gezegd dat ik me niet goed voelde, wat eigenlijk geen leugen was.

In mijn kamer gooide ik mezelf op bed. Ik begroef mijn gezicht in mijn kussen en liet mijn tranen stromen. Diep van binnen had ik altijd gehoopt dat Thomas hetzelfde voelde voor mij, en ondanks dat er geen aanleiding was om die hoop te voeden hield ik me daar aan vast, al die jaren. Nu was het definitief, Thomas zou nooit de mijne zijn.

Ik lag een half uur op mijn bed toen er zachtjes op de deur werd geklopt. Ik veegde mijn tranen weg en haalde diep adem "binnen" zei ik zachtjes. Het was Thomas. Hij ging naast me op bed zitten. "Gaat het?" Ik keek hem aan en loog "Ja hoor, ben gewoon niet lekker".

Thomas sloeg zijn arm om me heen en ik kreeg kippenvel over mijn hele lijf van zijn aanraking, god wat had ik hem gemist, wat wilde ik hem dicht bij me. Zonder het te kunnen helpen barste ik weer in huilen uit, snikkend begroef ik mijn gezicht in zijn schouder. Thomas streelde sussend mijn haar "Hey Floortje... wat is er" Ik kon niet praten, en al had ik het gekund, ik kon het niet zeggen, ik kon hem niet vertellen wat er aan de hand was, dus ik zei niets en genoot van zijn troostende streling.

Na een tijdje kwam ik op adem en ik zei dat het wel weer ging. Thomas vroeg of ik zin had om naar beneden te komen maar ik schudde mijn hoofd. Ik zei dat ik nog huiswerk had en ging aan mijn bureau zitten. Thomas stond op en gaf me een kus op mijn haar en liep weg "Ik hou van je Floor" ik draaide me om en toen de deur sloot fluisterde ik "Ik ook van jou Thomas... zo veel" maar hij hoorde het niet.

Die avond lag ik vroeg op bed, ik wilde elke dag dat Thomas er was maar nu hij er was wenste ik dat hij nooit was gekomen, of in ieder geval niet met Melanie, niet met het nieuws dat hij ging trouwen. Huilend viel ik in slaap.

***

De volgende ochtend was ik vroeg wakker, ik at snel een boterham en nam Buck mee. Ik liep naar de oude eendenkooi tegenover het huis van Herman. In het midden van de eendenkooi was een soort eiland met hierop een heuvel, op de top was een oude verweerde bank waar ik vaak had gezeten met Thomas. Ik beklom de heuvel met Buck en ik ging op het bankje zitten met een handvol steentjes. Eén voor één gooide ik ze in het water terwijl ik nadacht, Buck lag aan mijn voeten en ik genoot van de opkomende zon, het was een heldere dag.

Een vlucht vogels kwam over en verwonderde me weer over de set eenvoudige regels waaraan die groep moest voldoen om zo sierlijk te bewegen en ik dacht aan mijn broer. Eenvoudige regels... zoals niet verliefd worden op je broer... bedacht ik me wrang. Ik was een mislukkeling, ik kon me niet aan die eenvoudige regels houden. Ik voelde me het equivalent van een doodgevroren trekvogel, te stom om zich aan de regels te houden en dus gedoemd om dood te vriezen.

Plotseling sprong Buck enthousiast op en sprong kwispelen op en ging er vandoor. Ik riep hem maar Buck was verdwenen, ik haalde mijn schouders op, die komt wel terug. En dat klopte, na een paar minuten was hij er weer. "ey" klonk het achter me, het was Thomas. Hij kwam naast me zitten. "Hoi" zei ik zachtjes en ik gooide een steentje in het water.

"Floor, wat is er?"

"Niets" zei ik zachtjes, ik voelde weer tranen prikken

Thomas sloeg zijn arm om me heen en ik kroop tegen hem aan

"Hey Floor, we hebben toch geen geheimen voor elkaar?"

Ik keek hem aan maar zei niets, ik slikte, een traan rolde over mijn wang die hij met zijn duim wegveegde. Plotseling sloeg ik mijn armen om hem heen. Ik drukte mijn lippen op zijn mond, en zoende hem, intens, met mijn tong beroerde ik zijn zachte lippen en toen brak ik me los en rende weg.

Thomas riep mijn naam maar ik bleef rennen tot ik in het bos achter de eendenkooi was. Daar zakte ik met mijn rug tegen een boom aan en barste in huilen uit. Buck had me al snel gevonden, hij wist altijd precies hoe ik me voelde en hij ging bij me liggen, zijn hoofd op mijn benen. Ik aaide hem zachtjes.

***

Tegen de middag liep ik naar het huis van Herman en ging naast hem op het bankje zitten "Hoi Floor, eieren nu al op?" ik keek even naar Herman en lachte flauw. "Nee, ik heb rust nodig om na te denken" Herman lachte en haalde zijn schouders op.

We zaten zwijgend naast elkaar. Na een tijd stond Herman op en liep naar binnen, hij kwam terug met twee koppen thee en gaf mij er één. "Alsjeblieft Floor, en nu nooit meer klagen dat ik een slechte gastheer ben" Ik nam het aan "Dank je, Herman" zwijgend dronken we onze thee.

"Wil je praten Floor?"

Ik dacht even na en keek hem aan. "Nee, je zou me toch niet begrijpen, ik begrijp mezelf niet eens" en ik keek in de verte.

"Ok, ik snap het" Herman legde zijn hand op mijn schouder "opgroeien is lastig, en niemand ziet de toekomst. Maar geloof me, als je terugkijkt zal je zien dat het het waard was" Ik keek hem aan en dacht aan zijn eigen verleden en plotseling voelde ik me een enorme drama-queen. Herman had de hel gezien en zat hier, in alle rust zijn wijsheden met mij te delen. Had ik maar een klein deel van zijn moed en wijsheid bedacht ik me.

Ik stond op en gaf hem weer een kus "Dank je Herman, je bent een lieve vriend"

Herman knikte "ik zie je later Floor"

"Ja, je ziet me vanzelf weer, tot later"

Samen met Buck liep ik langs de provinciale weg naar het dorp. Ik had honger maar wilde absoluut niet naar huis. Op het stationsplein zat een snackbar waar ik met Buck in mocht wist ik. Ik nam plaats aan een tafeltje met een patatje en een broodje kroket en at langzaam mijn eten op. Na het eten zou Thomas weer terug naar Delft gaan, dus nog een paar uurtjes vol maken en ik hoefde hem niet onder ogen te komen.

Het was al lang donker toen ik de keuken binnen liep, mijn moeder stond aan de afwas. "Waar ben jij geweest?" vroeg ze boos "gewoon, wandelen en bij Herman" ik gaf Buck te eten en trok mijn schoenen uit. "Niet zo gezellig voor je broer he, hij heeft je amper gezien" ik haalde mijn schouders op en liep naar de woonkamer. Ik ging naast mijn vader op de bank zitten en keek samen met hem naar het journaal.

***

Weken gingen voorbij en het was een heerlijke lente, elke dag wandelde ik in alle vroegte naar Herman, we spraken amper, maar gewoon even bij hem zitten was heel rustgevend.

Daarna fietste ik naar school. Het waren rustige dagen, ik hoorde niets van Thomas, normaal belde hij minstens elke week met mij, maar na de kus op het bankje had ik niets meer van hem gehoord.

Het gaf me op een vreemde manier rust, ik had alle hoop opgegeven, ik had me berust. De pijn werd draaglijk, zolang ik maar niet aan zijn trouwen dacht, wat toch echt steeds dichterbij kwam.

Op een ochtend liep ik het erf van Herman op en ik merkte dat er iets niet goed was, Herman zat niet op zijn bankje en ik wist meteen dat er iets heel erg mis was. Ik liep het huis in om te kijken of hij daar was en ik riep zijn naam, er kwam geen reactie en toen zag ik hem, in de woonkamer, hij zat in zijn stoel, een boek op schoot. Hij was overleden, naar ik later begreep een hartaanval, hij was op slag dood.

Huilend belde ik een ambulance. Ik zat verdoofd op zijn bankje toen hij naar buiten werd gedragen. Ik ben in een waas naar huis gelopen en ben snikkend in de armen van mijn moeder gevallen, met horten en stoten vertelde ik wat er was gebeurd. Die dag bleef ik thuis. Ik was mijn beste vriend kwijt, ik had nu helemaal niemand meer.

De week na de begrafenis kwam een brief van een notaris, het was een uitnodiging voor het voorlezen van het testament van Herman, ik vond het vreemd, ik was geen familie, ik vroeg me af of hij sowieso familie had. Op de begrafenis waren heel weinig mensen was me opgevallen, en de meeste waren mensen die ik kende uit het dorp.

Woensdag één uur zat ik in mijn mooiste kleren bij de notaris toen er nog iemand binnen kwam, het was Thomas, mijn adem stokte in mijn keel. "Hoi" zei ik zachtjes, Thomas keek me aan "Hoi lieve Floor" hij zei het zacht en in zijn mooie ogen zag ik dat hij verdriet had.

Hij ging naast me zitten en hij pakte mijn hand. De pijn in mijn hart was meteen in volle sterkte terug en ik voelde een traan over mijn wang lopen "niet huilen" fluisterde hij zacht en streek de traan liefdevol weg met de muis van zijn hand. Ik knikte.

***

Blijkbaar had Herman jaren geleden zijn testament op laten maken met ons als enige erfgenamen, Herman had verder geen familie meer gehad. Dat idee maakte me treurig, ik had spijt dat ik niet vaker bij hem was geweest.

Herman bleek een aardig bezit te hebben gehad op het einde van zijn leven en liet ons ieder ruim 3 miljoen euro na, en de boerderij, die we ieder voor de helft erfden. Thomas liep samen met mij het kantoor van de notaris uit en hij pakte mijn hand, "ergens koffie drinken?" vroeg hij zacht. Ik knikte en liep met hem mee.

We zaten aan een klein tafeltje, het was heel rustig in het cafetaria. We zwegen een tijd en toen keek ik hem aan "Ik mis Herman".

Thomas knikte, "dat snap ik, jullie waren close he?"

Ik knikte "Hij was mijn enige vriend"

Thomas zuchtte en keek me aan "en wij? Zijn wij nog vrienden?"

Ik keek weg en staarde een tijdje uit het raam naar de mensen die voorbij liepen. "Ik weet het niet, het doet me teveel pijn"

Thomas stond op en rekende af. Hij zette me thuis af "Dag lieve Floor" zei hij en ik keek hem na.

's Avonds belde ik hem, ik moest weten wat te doen met de boerderij, de afgelopen weken had ik zo goed mogelijk voor de dieren gezorgd maar ik was geen boerin, de dieren moesten verkocht worden, daarna konden we beslissen wat verder te doen. Thomas stemde in en vroeg of ik hulp nodig had, ik zei dat ik het met pa zou regelen.

In die week ontruimden we de hele boerderij, het was een mooie oude boerderij met een aantal stallen en loodsen op het terrein. Met wat investeringen zou het een prachtige woning kunnen zijn, het geld had ik wel, maar ik vroeg me af wat ik met zo'n grote woning moest, en daarbij, de helft was van Thomas. Misschien wilde hij er wel wonen met Melanie bedacht ik met een wrange glimlach.

***

Dat weekend zou Thomas weer komen, dit keer alleen. Hij was er vroeg die zaterdag en we liepen samen naar de boerderij, het was heerlijk weer. Onderweg was Buck door het dolle en toen we op het erf liepen was hij buiten adem, hij ging meteen op zijn vaste plekje liggen. We zaten samen op het bankje en keken een tijd voor ons uit.

"Het spijt me Thomas" zei ik zachtjes

Thomas keek me aan "Floor... ik ben niet boos"

"Waarom hoor ik dan niets meer van je?"

Thomas dacht even na en keek peinzend in de verte "omdat ik je rust wilde gunnen en omdat ik in de war ben"

"In de war? Waarover dan?" Ik keek hem vragend aan, soms snapte ik echt helemaal niets van hem.

"Over mijn gevoelens Floor..." Thomas stond op en liep richting de stallen die nu leeg waren. Thomas gooide de deur open en liep woest naar binnen. Ik volgde hem de stal in.

Thomas leunde over de rand van de hekken waar vroeger de koeien aan vast hadden gestaan. Ik ging naast hem staan.

"Gevoelens? Voor Melanie bedoel je?"

Thomas draaide zich om en schopte tegen een hoopje stro "Melanie en ik... we zijn al weken uit elkaar"

"Wat???" ik moest mijzelf inhouden om die vraag niet te schreeuwen.

12